Welke kant moet op de met zorg?

Joop Wikkerink, 24 december 2022

“Stel je dit eens voor: een schuldhulpverlener komt bij een gezin langs om over geldproblemen te praten. Een baby uit het gezin ligt tijdens het gesprek onafgebroken te krijsen. Wat blijkt? De stress die het kind geeft is zo groot dat de ouders niet in staat zijn om helder over hun geldzaken na te denken. De schuldhulpverlener besluit daarom de hulp in te roepen van gezinsondersteuning. De hulpvraag voor het kind wordt zo de aanzet om het schuldprobleem van de ouders op te lossen.”

Meters maken

De juiste aanpak vinden en daar samen mee aan de slag gaan. Dat is wat we als  gemeente kunnen, samen met sociaal werk, de zorg, noem maar op. Alleen zo kunnen we meters maken en inwoners de hulp geven die ze echt nodig hebben. Tegelijk maken we een efficiencyslag: door goed samen te bespreken wat de inwoner echt nodig heeft en verder te durven kijken dan je professionele neus lang is. Een hulptraject kan onnodig lang duren als onderliggende vragen niet zijn opgelost. Soms speelt er meer dan op het eerste gezicht lijkt.

Beleidskokers

We moeten meer werken in communities: samenwerkingsverbanden binnen gemeenten, in de wijk, tussen hulpverleners, huisartsen, kennissen, familie. Samen kunnen zij het verschil maken. Aan goede wil bij de gemeenten en al die andere stakeholders, ook in de regio, ligt het niet. Toch zijn we nog te vaak gevangen in beleidskokers en inkoop van ‘single issue’-dienstverlening. De landelijke overheid wil misschien ook wel, maar daar treffen we toch doorgaans gescheiden departementale wetten en regels aan, en daarbinnen talloze vakjes.
Om integrale dienstverlening goed van de grond te krijgen, moet goede uitvoeringspraktijk leidend worden. Wetgeving volgt immers vaak op een maatschappelijke trend. De noodzaak tot ontschotte of combineerbare wetten wordt alleen maar groter wanneer er nog meer taken naar het sociaal domein gaan.

De ruimte krijgen

Om succesvoller te zijn moeten we anders gaan denken: vertrouwen op de samenspraak van hulpvragers en professionals, in afstemming met samenwerkingspartners en mantelzorgers. Zij kennen de inwoners en hun behoeften.
De uitvoerders moeten de ruimte krijgen om hun werk adequaat te doen, zoals de schuldhulpverlener waarmee ik dit verhaal begon. En we moeten af van wat ik vaak ‘wetje – loketje’ noem. Het rijk zou er goed aan doen hier serieus werk van te maken in het nieuwe jaar. 

Dit is een bewerking van een artikel van Erik Dannenberg, directeur van Divosa, de vereniging van directeuren van Sociale Diensten


Deel deze inhoud

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *