week 34 (klik hier)

De WMO 2015 – 2
Het “zomerreces” wordt gebruikt om de komende veranderingen op sociaal gebied wat nader toe te lichten. De achtergronden stonden in aflevering 1. Aflevering 2 en 3 gingen over de afbouw van Wsw en Wajong en de Participatiewet. Vorige week het eerste artikel over de WMO 2015, deze week het tweede.
 
De nieuwe lijn is: uitgaan van eigen kracht en mogelijkheden.
De nieuwe WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) gaat nog meer dan de vorige uit van “eigen kracht en mogelijkheden”. Dus als er behoefte is aan ondersteuning moet eerst gekeken worden of dat in eigen omgeving georganiseerd kan worden.
 
Kan ik nog in een verzorgingshuis?
Er zijn twee ontwikkelingen die nogal ingrijpend zijn voor mensen die op langdurige zorg aangewezen zijn. Daar waar ouderen en gehandicapten “vroeger” vrij gemakkelijk een plaatsje kregen in een verzorgingshuis of instelling is het beleid nu anders. Bedoeling is dat ouderen, gehandicapten en psychiatrische cliënten veel langer thuis blijven wonen. Zij krijgen voortaan verpleging en verzorging thuis. Andere hulp thuis, zoals begeleiding naar de winkel of schoonmaak, moeten ze aanvragen bij de gemeente. Het kabinet stimuleert dat familie en buren zich ook meer zullen inspannen voor ouderen en chronisch zieken in de buurt. Dat gebeurt stapsgewijs.
 
Dus als je iets mankeert neem je met behulp van familie, huisarts of andere hulpverleners via het zorgkantoor contact op met het CIZ (Centraal Indicatieorgaan Zorg). Die gaat je behoefte aan ondersteuning indiceren (bepalen). Die behoefte is (afhankelijk van je zorgvraag) verdeeld in zogenaamde zorgzwaartepakketten. 
Daar zijn er 10 van. Bijvoorbeeld: Beschut wonen met enige begeleiding (zzp 1), Beschut wonen met begeleiding en verzorging(zzp 2), Beschut wonen met begeleiding en intensieve verzorging (zzp 3), Beschut wonen met intensieve begeleiding en uitgebreide verzorging (zzp 4), Beschermd wonen met intensieve dementiezorg (zzp5)
 
Nu worden stapsgewijs die zzp’s afgeschat en is het de bedoeling dat mensen langer thuisblijven. Dat geldt nu al voor de pakketten  1 t/m 3 en per 2015 voor 50% van pakket 4. Dat betekent dat  er meer mogelijkheden moeten komen voor “verzorgd wonen complexgewijs” (zoals bijv. de Ambthof in Bredevoort) en dat er meer mensen blijven wonen waar ze nu wonen met begeleiding en verzorging thuis. Rekenaars hebben uitgerekend dat over 10 jaar zo’n beetje 4000 ouderen in de Achterhoek in een verpleegtehuis verblijven en tegen de 12.000 thuis met verzorging of  complexgewijs (wel zelfstandig, maar zorg in de buurt). Nu is dat voor de eerste groep 5000 (intramuraal) en 7000 thuis of  complexgewijs.  De totale groep stijgt dus met 4000 in 10 jaar. 
 
Waarvan er dus 12.000 hulp in huis moeten krijgen Dat laatste moet weer geregeld worden door de gemeente in het kader van de WMO. Die moet eerst kijken naar mantelzorg (familie) en dan naar professionele hulp. Bovendien wordt op die hulp (moet betaald worden door gemeente) tussen 25-40% gekort. Conclusie: er moeten meer mensen langer thuis blijven wonen; dat betekent dat de huidige verzorgingshuizen verdwijnen. Tegelijkertijd wordt de vraag naar ondersteuning en hulp voor deze groep groter. Terwijl op de budgetten sterk bezuinigd wordt.
 
Hoe vangt de gemeente de rijkskorting op?
Een tweede kwestie is hoe dan die kortingen vanuit het Rijk op te vangen. Ze betreffen dus enerzijds de huishoudelijke hulp, anderzijds de nieuwe gemeentelijke taken op het gebied van individuele en groepsbegeleiding. Voor wat betreft de huishoudelijke hulp hebben vier van de Achterhoekse gemeenten, waaronder Aalten, besloten om in het jaar 2015 nog niet alles over de kop te gooien en dit jaar als overgangsjaar te beschouwen. Zodat er tijd is om uit te zoeken of de huishoudelijke hulp goedkoper kan. 
 
Daar is veel om te doen. Zo hebben de gemeenten in de Noordoostpolder het idee om huishoudelijke hulp via thuiszorgorganisaties helemaal af te schaffen en de mensen zelf hulpen te laten inhuren. De gemeente of een bureau kan dan wel bemiddelen om de juiste hulp te zoeken. Die hulp werkt dan via de regeling “dienstverlening aan huis” als een zelfstandige. Niet-verzekerd, geen pensioenopbouw e.d. Zo worden de bezuinigingen afgewenteld op de hulpen. Ten tijde van de “Sensire-acties” is door hulpen en vakbonden al veel geprotesteerd tegen deze vorm van afwenteling. 
De bezuinigingen kunnen ook opgevangen worden door minder indicaties af te geven. Of iedereen standaard een half uur minder. De rechter in Arnhem heeft onlangs aangegeven dat dit niet maar zo kan: een indicatie kan niet ongemotiveerd afgebouwd worden. 
Tenslotte kun je ook nog kijken of er combinatie van werkzaamheden kunnen of werkzaamheden uit het pakket kunnen. Bijvoorbeeld door het instellen van een boodschappendienst of een ramenwasservice hoeft dit niet onder de huishoudelijke hulp te vallen. Steunkousen aantrekken, koelkast controleren e.d. kan misschien ook door dezelfde persoon. 
Echter hier moet ook weer goed gekeken worden naar wat verantwoord is. Er zijn situaties bekend waarin een huishoudelijke hulp (HH1) in feite zware begeleidingstaken verricht (vervuiling, geestelijke gezondheidsproblemen, agressie). Hopelijk gaat de gemeente hiervoor ook de deskundigheid van de gewone mensen, het publiek inschakelen: wat werkt wel en niet?
 
Standpunt Progressieve Partij.
Wij zijn content met het feit dat ook de gemeente Aalten heeft besloten het jaar 2015 als een overgangsjaar te beschouwen. Op 10 juni wilden wij daarvoor een motie indienen, maar de meerderheid was nog niet zo ver. Wij hebben het College op het hart gebonden de bevolking in te schakelen. Daar leven de praktische en uitvoerbare ideeën). Net voor de behandeling in de Eerste Kamer heeft het kabinet 75 miljoen toegezegd om de “werkgelegenheid in de sector” te ondersteunen. Wij hebben het college erop gewezen dat er voor Aalten plm. 140.000 euro klaarligt. Dan moet er wel een plan komen voor 15 oktober. Wij zijn fel tegen het gedwongen inschakelen van alfahulpen. De bezuinigingen mogen niet afgewenteld worden op de hulpverleners in de laagste loonschalen. Wij willen met hulpen en clienten overleggen waar en welke werkzaamheden uit HH1, HH2 en begeleiding gecombineerd kunnen worden. Het kan ook niet zo zijn dat hulpen met een salaris op HH1-niveau, zware taken op het niveau van begeleiding moeten verrichten. Daarnaast mag van ons de eigen bijdrage omhoog voor de mensen met een hoger inkomen. 
 
 

Deel deze inhoud

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *