Circulaire landbouw in de Achterhoek


Informatiedag bij Meelwormenfabriek Winsect in Barlo op 19 mei

Bij de firma Winsect van de familie Haaring in Barlo, ook bekend van de Tico Tico bar en Dorset, werd op donderdag 19 mei en symposium over Achterhoekse circulaire landbouw georganiseerd. Namens de PP hadden Bert Weevers en ondergetekende Theo Bauhuis zich ingeschreven. Van de raad was verder alleen dhr Assink (CDA) aanwezig. Ted Kok was er als wethouder.

De dag was opgedeeld in een centrale ochtend met 4 sprekers, de opening van en rondleiding door meelwormenkwekerij Winsect en twee middagprogramma’s. Een middagsessie over regionale eiwittransitie en een sessie over de regionale mineralenkringloop. De dag werd aan elkaar gepraat door Frans Miggelbrink. Ondanks de titel van het symposium was er, aan de tongvallen en accenten te oordelen, vanuit het hele land interesse en werd er zelfs vanuit België deelgenomen.

Bewuster omgaan met voedsel

De sprekers van de ochtend vormden een gevarieerd gezelschap. De eerste spreker was professor Leo den Hartog, hoofd R&D van Nutreco en professor aan de Wageningen universiteit. Een zeer ervaren spreker die een vloeiende presentatie gaf over het belang van voedselproductie en het belang er van in de groeiende wereldbevolking. Veel aandacht waar we ons goed in konden vinden was er voor de eerste pijler van zijn betoog: De mens moet bewuster met de voeding om gaan. Hij noemde 4 belangrijke punten:

  1. Verspilling moet worden aangepakt. Een te groot deel van ons voedsel wordt nu weg gegooid
  2. Reststromen moeten veel beter worden benut. Afval van eten moet worden ongezet in eten, bijvoorbeeld door insectenkweek voor voedsel of voer. Hetzelfde geld voor mest.
  3. De overconsumptie moet worden aangepakt. Er wordt met name in de westerse wereld veel meer, mn vlees, genuttigd dan nodig
  4. Alleen wat mens niet kan eten gebruiken als diervoer en als grond geschikt is voor de productie van voedsel er geen voer op produceren.
    De tweede pijler van zijn betoog was echter een heel andere: We moeten vooral door met de intensieve veehouderij. Weliswaar diervriendelijker, met veel diversiteit in bedrijven en echt circulair. Die circulariteit werd aangedragen als een manier om de ecologische footprint van vlees te verkleinen. De spanning tussen het eerste en tweede deel kwam niet aan de orde.

Insecten als voedingsbron

De tweede spreker prof. Dr. Ir. Arnold van Huis was ook van Wageningen universiteit maar in dit geval gespecialiseerd in insecten. Er volgde een interessant verhaal over het gebruik van insecten als voedingsbron. Een groot verschil met de vorige spreker was de opmerking dat het efficiënter is de insecten rechtstreeks als voedsel te gebruiken dan het eerst aan een kip te voeren en die te eten. (hetzelfde geldt voor meeste ander voer (voedsel ipv voer!)). Er zijn heel veel soorten insecten, waarvan heel veel voedzaam, ze zijn relatief eenvoudig te kweken en doordat er zoveel soorten zijn is er in het geval van een ziekte redelijk snel te wisselen. Een uitdaging is er ook. De reststromen die nu voor insectenkweek worden gebruikt worden steeds meer ingezet als diervoer en zullen waarschijnlijk duurder worden.

Gebruikelijke BBB-retoriek

De derde spreker was Femke Wiersma, ‘running mate’ van de BBB. Ondanks het feit dat ze geen presentatie met sheets had voorbereid en het verhaal verre van strak en helder was kon ze toch op enthousiasme rekenen bij een deel van het publiek. Met een aantal opmerkingen werd al snel duidelijk dat de visie heel verschillend was met die van de PP. Opmerkingen als “de Nederlandse boeren moeten doen waar ze goed in zijn, soja groeit hier niet, dus is het beter dit in Zuid-Amerika te verbouwen”, “Landbouwgrond naar natuur is zeer onwenselijk” en “Voedsel dat geproduceerd is moet als negatieve emissie op de balans” geven de positie aan waar BBB staat. Positief in het verhaal was het pleidooi voor beter gebruik van de reststromen en de erkennig dat een eiwit-transitie toch wel wenselijk was.

Afsluiter van de ochtend was Eelco Haaring met de tot stand koming van Winsect en de uitleg hoe door eigen ontwikkeling van de productielijnen door Dorset een serieuze efficiëntieslag was gemaakt.

Na de lezingen was het tijd voor de rondleiding door de insectenkwekerij gevolgd door een lunch waarbij ook gekozen kon worden voor 0.a. een krekelburger van de Krekerij, een van de sprekers van de middag.

Regionale eiwittransitie

In het middagprogramma sloot ik aan bij de sessie over regionale eiwittransitie. Deze werd geopend door Rolf Woolderink directeur van Twentevis. Dit bedrijf kweekt in de Achterhoek en Twente vis waaronder forel. Standaard wordt deze vis gekweekt met vismeel, waarvoor in Peru vissen gevangen en verwerkt worden. Ze zijn nu bezig met proeven om het vismeel te vervangen door insecten als voer. Veel efficiënter en milieuvriendelijker en het blijkt een goede voeding. Schokkend was hoe wij in het westen vis eten. In Nederland worden bijna alleen de filets gegeten. Dat betekent dat we nu zo’n 65% van de vis weggooien.

Ook de volgende twee sprekers, Noud Jansen van HubOranje en Carine van Vuure MSc keken met name naar de inzet van insecten voor diervoeding. Afsluiter was de directeur van de Krekerij Sander Peltenburg. Deze zet zich juist helemaal in voor het eten van insecten op een manier die voor de consument ook aanvaardbaar is. Dus geen hele krekel in de salade, maar als onderdeel van bijvoorbeeld de burgers die we bij de lunch konden proeven. Gerechten die voor 100% uit insecten bestaan zijn nu nog een optie. Daarvoor is de insectenteelt (nog) veel te kostbaar. Als voordeel van insecten ten opzichten van een vegetarische burger wordt de smaak genoemd. Bij het bakken geeft dit een smaak die lijkt op die van vlees.

Meer gebruik reststromen.

Door alle sprekers heem was er één hele duidelijke rode draad. De reststromen zoals etensresten, dierlijk afval en mest (ook mensen-mest) moeten veel meer worden hergebruikt in de voedselproductie. Hiervoor gelden nu echter nog hele zware wettelijke beperkingen. Dierlijk afval mag niet gebruikt worden in diervoer. Tot voor kort mocht dit helemaal niet, na wijziging van de Europese regelgeving mag er meer, mits niet binnen dezelfde diersoort. Dus afval van een rund mag aan kippen gevoerd worden en kip mag aan varkens gevoerd worden. Insecten mogen alle dierlijk afval. Dat klinkt eenvoudig, maar bijvoorbeeld het afval van een restaurant bevat diverse soorten vlees en kan dus alleen naar de insecten. Vooral afval van rund kent veel beperkingen in hergebruik, dat is nog een gevolg van de BSE. Een verrassend gevolg daarvan is dat bijvoorbeeld koekjes en cake (het bakkersafval) niet als veevoer gebruikt mag worden. Tijd voor nieuwe wetgeving dus.

Al met al een interessante dag die liet zien dat er veel mogelijkheden zijn om de circulaire landbouw te bereiken, dat er daarvoor nog veel moet gebeuren in hergebruik van afval en dat insecten goede mogelijkheden bieden als voedsel en als tussenproduct in hergebruik van de afvalstromen.


Deel deze inhoud

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *