Wie is Joop Wikkerink?

In de kandidatenfolder staat het volgende opgetekend.

Wethouder Werk en Inkomen, Zorg en Welzijn, Publieke gezondheid. Afgelopen 3,5 jaar hard gewerkt om noodzakelijke veranderingen vorm te geven. Uitgaan van vertrouwen, werken volgens de bedoeling. Overtuigd van de noodzaak tot regionale samenwerking. Trots op de veranderingen ten goede bij Laborijn. Voorstander van de beweging naar gezondheid en gedrag in plaats van ziekte en behandeling. Samenwerken in de genen. Ziet zichzelf als degene die de soms ongemakkelijke waarheid vertelt. Maakt zich sterk voor fatsoenlijk werk voor iedereen. Zet zich in voor diegenen die moeite hebben voor zichzelf op te komen. Is van nature een optimistisch mens en ziet vooruitgang in het denken van mensen. Kijkt vooruit. Vanaf de oprichting lid van GroenLinks.

Vooral dat samenwerken maakt nieuwsgierig. We steken ons licht eens op bij Joop: Je bent nogal actief in de regio, voor Aalten, voor de doelgroep en vooral voor de inwoners. Is samenwerken nodig en is dat ook gemakkelijk?

OLYMPUS DIGITAL CAMERA

Regionale inkoop WMO en Jeugd-voorzieningen.

Als voorzitter van het Portefeuille-houdersoverleg vond ik de “tour de force” van deze periode de gezamenlijk inkoop van voorzieningen in het sociaal domein. Dat loopt al vanaf 2017-2018. Toen werden er mooie uitgangspunten afgesproken over de “transitie” van de wmo-begeleidng, beschermd wonen en jeugdzorg. Dat is ook nodig. De eerste jaren na 2015 stonden geheel in het teken van de decentralisatie van de wetten en de verantwoordelijkheden. Maar de bedoeling was en is natuurlijk dat de zorg vernieuwd wordt en dat we werken aan uitgangspunten  van o.a. normalisering, de-medicalisering. Plus dat we een zgn. dekkend zorglandschap hebben in de Achterhoek. En dat de “driehoek” inwoners, gemeente, aanbieder gaan samenwerken en regie voeren. Dat alles moet ook leiden tot minder inzet van langdurige en dure zorg en moet een beweging op gang brengen waarin de “sociale basis” aanzet is: ons echte Achterhoekse naoberschap, waarin we zorgen voor elkaar.

Over die uitgangspunten kun je het nog wel eens worden. Vloeit geen bloed uit en kost geen geld. Maar dan. Dan komt er een circus rond allerlei aanbestedingsmethodieken, waar veel juridische voetangels en klemmen. Terwijl je graag in partnerschap wilt optrekken met de aanbieders van zorg en de professionals komt er opeens een heel andere dynamiek om de hoek kijken als het over geld, omzet, kosten gaat. Ik zal je de details besparen maar we hebben alle uitdagingen langs zien komen: aanbieders die kort gedingen willen aanspannen, gemeenten die een eigen koers willen varen of bang zijn dat de gekozen methodieken in het algemeen en voor hen in het bijzonder nadelig uitvallen. En dat allemaal tegen de achtergrond van te weinig geld vanuit het rijk en een stijgende vraag vanuit een ouder wordende bevolking. Bovendien kwam daar in de laatste twee jaar corona bij, waardoor de communicatie werd bemoeilijkt maar ook de zorg veranderde en de inwoners last kregen van bijv. mentale crises.

Lakmoesproef

Ook heb deze “tour de force” altijd beschouwd als de lakmoesproef van de regionale samenwerking. Als het ons niet lukt samen te werken op dit dossier waar veel geld en veel moeite in omgaat, maar vooral waarin het zo nauw luistert richting onze kwetsbare inwoners, dan kunnen we de regionale samenwerking wel opdoeken. Ik heb dat tijdens het proces ook een paar keer gedacht. En dan toch maar weer pilots en compromissen bedenken, overleggen en slimme oplossingen nagaan. Samen met een fantastisch team adviseurs die steeds maar weer doorgingen. Een paar keer moesten we de fatale datum uitstellen. En dat allemaal onder druk van de enorm detaillistische en gejuridiseerde aanbestedingsregels. Praten met meel in de mond vaak, geen overleg kunnen voeren met aanbieders en de gemeenteraad. Dat leek op een proces met gebonden handen op de rug, waarbij je je niet kon afweren tegen ongefundeerde suggesties of meningen.  Maar ik ga er van uit dat we er uitkomen en een gunningsadvies kunnen maken. We moeten nog wel –in vertrouwen met elkaar nadere afspraken maken over de precieze invulling. Maar daar hebben we  3 en 2 x 2 jaar voor. Immers het hele idee van de transitie is dat we blijven leren, ontwikkelen en verbeteren. Kortom over deze klus ben ik positief en ben er trots op dat we deze geklaard hebben.

Die nieuwe manier van denken, van kijken naar de verhouding tussen overheid en inwoners zie je ook op andere terreinen of niet? Bijvoorbeeld in de sociale zekerheid en gezondheidszorg. Klopt dat?

Jazeker. Een mooi voorbeeld is Achterhoek gezond. Ontstaan op de thematafel “Gezondste regio” vanuit het besef dat we anders moeten kijken naar onze gezondheid. Is tot nu toe de focus gericht op ziekte en behandeling (ook in de prestatieafspraken en financieringen), het is noodzakelijk dat de positieve gezondheid, de focus op gezondheid en gedrag gericht gaat worden. Ik zit met veel plezier met een aantal zeer deskundige mensen in een stuurgroep waarin we deze gedachte willen uitstralen. Hoe kunnen we nu door vroegtijdig en gericht bij dreigende gezondheidsproblemen in te grijpen vooral op het gebied van preventie en gedrag, ziekte op latere leeftijd voorkomen of verminderen. Zo gaan we in een 12 tal ontwikkelplekken met alle partners: instellingen, gemeenten, huisartsen kijken of die gedachte (vroegtijdig ingrijpen) ook werkt en opgeschaald kan worden. Dat doen we in de zgn. “brandhaarden”. Veerkrachtige ouderen en kwetsbare jongeren. Zelf vind ik de gedachte van “Welzijn op recept” een hele mooie. Daar doet nu al de helft van de huisartsenpraktijken aan mee, de ander drie zijn ook zeer geïnteresseerd. De gedachte is dat huisartsen de mogelijkheid krijgen hun patiënten naar een welzijnscoach door te verwijzen voor een participatieplan. Immers veel klachten vinden hun oorzaak in gebrek aan aansluiting, participatie, beweging en samenwerking. En dan is een wandelprogramma vaak beter dat een doos vol medicijnen of een doorverwijzing naar een specialist. Dus hier werkt het echt: vanuit een positieve gezondheidsgedachte oorzaken aanpakken, gedrag veranderen, gezondheid bevorderen in plaats van ziekte behandelen. De stip op de horizon is hier dat we een andere manier van organiseren, monitoren en vooral ook financieren gaan ontwikkelen. Dus niet elke behandeling vergoeden, maar positieve gezondheid belonen. Heel erg belangrijk, want bij ongewijzigd beleid hebben we over 20 jaar geen mensen meer die het werk doen en zijn de kosten drie keer zo hoog. Dus we moeten ook wel.

En als je dan kijkt naar participatie, naar meedoen, als basis voor een gezond en gelukkig leven dan kom je al gauw terecht bij de Participatiewet, het hebben van betaald werk, ook als je een arbeidsbeperking hebt en dus  bij onze gezamenlijke aanpak in Laborijn. Daar was toch wel het een en ander aan de hand.

 Wat heet! We hebben in de eerste jaren vanaf de eerste bestuursvergadering die ik meemaakte een zeer roerige periode gehad. Die periode eindigde met een onderzoek naar bejegening van de klanten, het vertrek van de directeur en het uittreden van de gemeente Oude IJsselstreek. Toen is het ook hurry-op gegaan. Met hele mooie financiële cijfers (fijn voor de gemeenten) en mooie uitstroomcijfers (fijn voor de mensen). Klachten over bejegening worden nauwelijks meer gehoord en correct afgehandeld. En we hebben hele mooie nieuwe projecten doorgevoerd. Op het gebied van inkomen:

-giften van familie e.d. naast de bijstandsuitkering worden vrijgelaten tot € 1200,– per jaar
-bejegening en klachtenprocedure is sterk verbeterd
– we werken “omgekeerd” wat is er nodig en niet wat zeggen precies de regeltjes.

Voor wat betreft de re-integratie hebben we echt mooie punten gescoord:
-meer mensen vanuit het doelgroepregister met loonkostensubsidie aan het werk
-mooie opdracht en (bijv. Lab 21 met inpakken van speelgoed in de hal in Aalten) voor de oud-wsw-medewerkers
-simpel switchen: we trekken ons niks aan van de schotten tussen de wetten en de uitkeringen maar steunen de mensen waar nodig: soms twee dagen dagbesteding en 3 dagen beschut werk, soms 1 dag werk volgens p-wet en 4 dagen dagbesteding, enz.
-parttime werken. Door een ingewikkelde wetstoepassing kunnen we mensen die parttime werken een premie geven (ze hebben dat eigenlijk zelf verdiend) van 200 euro per maand.
-steeds meer projecten waar we wmo- en participatievoorzieningen combineren.
-inburgering opgezet in een nieuwe keten en samenwerking: direct leren en werken combineren.

-Het resultaat is dat toen ik begon er 354 partijen in de bijstand zaten en nu aan het eind van deze periode 260. Een prachtig resultaat op trots op te zijn.

Ondernemers

Laborijn is ook verantwoordelijk voor de steun aan kleine ondernemers en zzp-ers en zelfs ook voor de schuldhulpverlening aan deze groepen. Daar hebben we natuurlijk veel werk gehad aan de TOZO- en TONK-regeling die in verband met corona zijn opgezet. We waren het snelst in Nederland om de eerste groep zelfstandigen te onder steunen.

Buitenland: wat helaas niet gelukt is is om de regelingen voor ondernemers ook van toepassing te krijgen op ondernemers die in Nederland hun bedrijf hebben en in Duitsland wonen. Tot op hoog niveau hebben we hier geschakeld, kamervragen laten stellen enz. Maar het is niet gelukt.

Ondernemersadviespunt. Door al deze steun aan ondernemers kwamen we erachter (dat wist ik natuurlijk uit mijn vorige werk al) dat sommige kleine ondernemers en zzp-ers niet gebaat zijn bij alleen financiële ondersteuningen, maar voor advies en coaching. Daarom –en daar ben ik echt heel content mee, het was altijd een grote wens van mij- is het Ondernemerssteunpunt Aalten-Doetinchem opgezet.

Daarnaast ben ik de initiator geweest van enkele projecten in corona-tijd waar we ondernemers geholpen hebben met hun overtollig personeel (pool) en samenwerkingsverbanden  (bijv. gezondheid ondernemers)

Dat is indrukwekkend wat hier allemaal in gang gezet is en gebeurd is, natuurlijk ook onder invloed van externe omstandigheden als corona, goede arbeidsmarkt enz. Hoe is het eigenlijk op die arbeidsmarkt gegaan?

Ons WW-percentage is all time low, datzelfde geldt voor de bijstand. Er is vraag naar personeel. En naar goed geschoold personeel. Ik beschouw het als een groot succes dat ik het idee van een talentenfonds uit Twente heb geimporteerd en samen met grote inzet van UWV en FNV in de Achterhoek heb geïmplementeerd als het fonds  “Op IJver”. Hierin kunnen mensen die willen om of bijscholen hulp krijgen. Er zijn al 780 aanvragen ingediend, waarvan er een kleien 300 zijn gehonoreerd. Ik denk dat dit een zeer waardevolle bijdrage is aan een goed functionerende arbeidsmarkt in de Achterhoek.

Verder ben ik trots op ons Actieplan Jongeren, waar we echt door precisiewerk jongeren op hun plek zetten: alle jongeren naar school, aan het werk of in een zorgtraject. Dat kan bijvoorbeeld met een voucher waarmee bijvoorbeeld een laptop, werkschoenen of een kappersset gefinancierd kan worden. Een prachtig werkend initiatief, buiten gebaande paden en snel toepasbaar.

Er is een goed overleg in de Achterhoek tussen werkgevers, werknemers en overheid en scholingsinstellingen. Ik kan daar mooi gebruik van maken, want ik heb gesprekstafels georganiseerd rond werkende armen, arbeidsmigranten en werknemers met een psychische beperking. Wil ik graag mee doorgaan, staan er ook nog een paar op de rol.

Sociaal ondernemerschap.
Nog zo’n mooi initiatief dat ik uit Twente mocht meenemen: Move-2-social. Een cursus en coachingsprogramma voor ondernemers die “impact” willen maken. Bijvoorbeeld op de inclusieve arbeidsmarkt, voor het klimaat (recycling) en de doelgroep klanten (niet koopkrachtige vraag). Daar zijn prachtige voorbeeld van ontstaan bijvoorbeeld biologisch fruitbedrijf waar ook mensen uit Aalten werken.

Ook een mooie aanpak die nu eindelijk van de grond komt is de provinciale/regionale aanpak “social return on investment”. Bij overheidsinvesteringen moeten de uitvoerende bedrijven een percentage van hun omzet besteden aan het invoegen” van werknemers met een beperking. Of aan andere doelen die mooi omschreven staan in een bouwblokmethode. Ik ben ambassadeur van deze aanpak in de Achterhoek. Alle gemeenten doen mee en in de herfst heeft ook de Woonplaats het convenant getekend.

Aanpak sociaal domein:
Onze nota “Zo persoonlijk mogelijk blijven meedoen” is een mooi stukje werk. Op de totstandkoming met interactieve digitale gesprekken kijk ik met plezier terug. We zijn nu bezig met de uitvoeringsprogramma’s en dat gaat weer op dezelfde interactieve manier. We hebben twee punten van verbetering: de toegang tot de informatie en voorzieningen en de versterking van de sociale basis. Dat zijn immers voorwaarden voor o.m. bestaanszekerheid, gelijke kansen en een gezonde levensstijl. Mooi om aan te (blijven) werken!


Deel deze inhoud

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *