Indrukwekkende kennismaking met Syrië

verslag van de derde fietstocht op woensdagavond

Op woensdag 26 juli fietsten ruim 20 deelnemers een mooie tocht over de Haart (Aalten).  Voor Joop Wikkerink, die de deelnemers welkom heette de “mooiste buurtschap” van de gemeente Aalten. Een enkele meefietser, afkomstig van de Haart knikte instemmend.  Via Loohuisweg,  Huiskermaterdijk en Veenhuisweg kwamen we natuurlijk in het mooie bosje bij de Bosweg en staken we over naar de mooi gerestaureerde scholte Beestman. Langs de Spiekerdiek en “Groot Drenthel”fietsten we langs de Drenthelweg, Buninkdijk en Sationsweg naar het terras bij de Koppelkerk.

Koekjes.

De schalen met koekjes stonden in het boekencafé, dus het gezelschap streek daar neer en deed zich te goed aan koffie, thee en veelkoekjes met bekende en onbekende namen als Maamul, Ghriba, Bakhlawa en gewoon koekjes. De meer dan 80 koekjes gingen schoon op. Een mooi verhaal werd verteld over  de speciale Suikerfeestkoekjes, die vers thuis gebakken gegeten moeten worden. Het verschil tussen de Syrische koekjes en andere Arabische is dat men in Syrië minder suiker gebruikt. De koekjes waren gebakken door Eman Asad Hammada, inwoner van Bredevoort.

Cultuurvertalers.

De verhalen van de drie cultuurvertalers van Laborijn maakten indruk. Er waren drie van hen aanwezig, oorspronkelijk afkomstig uit verschillende streken van Syrië. Met voor ons moeilijk te lezen en uit te spreken namen. Eén dame,  Qamar Otagi, twee heren Hussum Zahweh en Fuad Almaghari.  Met elk hun persoonlijke geschiedenis, vluchtverhalen en leefomstandigheden.  Wat doen cultuurvertalers. Het magische woord was “Hal 8”, in deze ruimte van Laborijn in Doetinchem organiseren de cultuurvertalers activiteiten voor nieuwkomers en inburgeraars. Hele simpele dingen: hoe zijn de gewoonten hier, wat doe je en doe je niet, hoe reis je met openbaar vervoer, hoe kom je bij een dokter. Vooral de culturele dingen. Maar ook gaan de cultuurvertalers naar mensen thuis, zijn aanwezig bij Laborijn en Figulus in Aalten, kortom ze dien wat nodig is. En dan voor de zgn. statushouders waarbij de gemeenten verantwoordelijk zijn voor de inburgering (vanaf 2022)

Dat levert natuurlijk soms hilarische situaties op. Neem bijvoorbeeld al die gekke spreekwoorden en gezegden in Nederland. Als je letterlijk gaat vertalen is dat een bron voor misverstanden.  Naast deze cultuur-oefeningen, gaan de meeste inburgeraars voor hun verplichte inburgering naar taalles. Er zijn drie routes: de onderwijsroutes voor statushouders , de B1-route en de Z-route. De eerste is vooral voor jongeren die na de Internationale Schakelklas kunnen doorstromen naar (middelbaar en hoger) onderwijs. De B1-route voor mensen die leerbaar zijn en in staat zijn om binnen drie jaar Nederlands op B1 niveau te spreken. En de Z-route. De z- staat voor zelfredzaamheid. Er wordt aan het begin van het inburgeringstraject ingeschat dat men niet “leerbaar”, dus niet de taal op B1 niveau zal beheersen; daarom wordt de inburgering gefocust op zelfredzaamheid.

Uitdagingen.

Waar lopen ze nu tegen aan.? Een eerste is een beetje een gebrek aan “durf te vragen houding”. Sommigen vertalen dat in gereserveerdheid, verlegenheid, teruggetrokkenheid. Mag je nou elkaar een hand geven, over de arm aaien enz., was een vraag. Hangt wel af van de situatie, net zoals in Nederland. Groot probleem is toch wel het studie- en werkniveau. Qamar vertelde dat ze eigenlijk in Syrië accountant was. Maar dat ze hier vanaf begin af aan weer die diploma’s zou moeten halen. Dat geldt in bijna alle beroepen zo. Dat betekent dat je bijna nooit aan de slag komt in een beroep waarvoor je opgeleid bent. Hussam vertelde wel dat Laborijn juist ook kijkt naar andere vaardigheden, niet zo zeer de genoten opleiding. Bijvoorbeeld kan iemand goed koken, autorijden, is hij/zij technisch handig. Tijd is het grote punt. Volgens Fuad helpt het als werkgevers ook inzien dat mensen uit een heel andere cultuur tijd nodig hebben om aan het werk te wennen. En dan zijn de Nederlandse wetten en beschikbare scholing, training en andere instrumenten niet altijd toereikend. Na het “officiële” gedeelte bleven alle drie nog lang napraten aan de verschillende tafeltjes. Dat werd erg gewaardeerd.

De reacties waren zeer positief; “wat goed dat deze cultuurvertalers er zijn”.  Maar ook: “wat een cultuurverschillen zijn er toch, en het is goed dat we die een beetje zien en kennen zodat we ons handelen daar ook op af kunnen stemmen.” Naderhand kregen we als organisatie weer wat appjes: “Het was een interessante en leerzame avond”, Groetjes M&H

Dank aan de cultuurvertalers en Marjanka van de Koppelkerk. Hieronder wat foto’s van de lekkernijen en de geanimeerde gesprekken.

Cultuurvertalers druk in gesprek

Qamar Otagi (uiterst rechts)

Fuad Almaghari

Hussam Zahweh


Deel deze inhoud

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *