Na ons de zondvloed?

Theo Bauhuis, 3 december 2022

Besluitvorming over zonnevelden op land
Terwijl in Egypte de wereld samen kwam uit zorgen over de opwarming van de aarde en daar volop werd benadrukt dat er snel en veel maatregelen moeten komen, debatteerde de Aaltense gemeenteraad over wel of geen zonneparken.  
In de raad werd een collegevoorstel besproken om te besluiten voorlopig geen tender uit te schrijven voor opwekking van zonne-energie op land. Een onderwerp dat zijn oorsprong heeft in het geamendeerde UitnodigingsKader Zon en Wind (UKZW) dat vorig jaar werd vastgesteld. In dat besluit staat beschreven aan welke voorwaarden aanvragen voor zon op land moeten voldoen. Bij dat besluit werd een amendement aangenomen dat er eerst een onderzoek moest komen naar de mogelijkheden voor zon op daken. Uit te voeren door LTO en AGEM. Het doel: bekijken of het redelijkerwijs mogelijk is om de doelstellingen voor groene energie te halen met alleen zon op daken van industrie en agrarische bedrijven.

Vooropgezette uitkomst?
De opdracht (b)leek door de LTO te zijn geïnterpreteerd als opdracht om te bewijzen dat zon op land niet nodig was. Door alle hypothetische beschikbaarheid samen te tellen werd zowaar aangetoond dat er nog een hele gigawat extra speelruimte zou zijn. Een wel heel toevallig passend resultaat en dan moet ook nog eens de hele theoretische capaciteit ook echt benut worden. LTO heeft een raar vooringenomen standpunt tegen zonnevelden op land, het is immers voor boeren financieel vaak heel interressant.

Beeldvorming: voorstel is gebaseerd op drijfzand
In de beeldvorming ontstond een brede discussie over de kwaliteit van de onderzoeken en de haalbaarheid van de uitkomst. Vanuit de zijde van de opstellers werd door de LTO bevestigd dat gerekend was met de theoretische beschikbaarheid en het daarmee nog volkomen onduidelijk was hoeveel opbrengst er daadwerkelijk te realiseren was. Vanuit de Agem werd vervolgens nog eens duidelijk aangegeven dat op basis van de rapporten zeer zeker geen conclusie kon worden getrokken dat zon op dak toereikend zou zijn.
In dezelfde beeldvorming bleek er ook al een aanvrager te zijn met een plan voor zon op land, compleet met beschrijving voor de inpassing en een toezegging van Liander dat de opgewekte stroom kon worden afgenomen. Vanuit Hagewind werd aangegeven dat in het collegevoorstel weliswaar werd gerekend met een verhoogde opbrengst windenergie door nieuwe hogere windmolens, maar dat die molens pas na de datum van de doelstelling, op zijn vroegst in 2034, zouden worden geplaatst. Als dat al zou gebeuren, want de investering is door de hoogte-beperking door de raad minder of zelfs niet rendabel.

Discussie in Oordeelvorming
Resultaat dat vanuit de beeldvorming mee werd genomen naar de oordeelsvorming: een groot gat tussen verwachte opbrengst en de doelstelling. Een gat dat met alleen zon op dak niet is te dichten. Een logische verwachting zou zijn dat alle mogelijkheden zouden worden aangegrepen om toch die doelstelling te halen. Dat bleek niet het geval. Sterker nog, voor een deel van de partijen leek alleen het niet uitschrijven van een tender (dus actieve stimulering vanuit de gemeente) niet ver genoeg te gaan; elk initiatief voor zonnepanelen op land zou moeten worden geblokkeerd. Ongeacht of het gaat om goede landbouwgrond is of grond dat door de droogte toch al een slechte opbrengst kent. Als strohalm om dat uitstel te rechtvaardigen werd alom gegrepen naar de congestie op het stroomnet. Een heel zwak argument. Met de doorlooptijd in procedures van een jaar of 3 tussen begin plan en daadwerkelijke levering moeten we nu beginnen, zodat geleverd kan worden zodra Liander de capaciteit heeft verhoogd. Daarbij vraagt juist Liander om keuzes van de gemeenten zodat ze hun werkzaamheden beter kunnen plannen.
Voor ons als PP was die hele gang van zaken en zeker het tegen willen houden van initiatieven een bizarre gedachte. Zien dat belangrijke doelstellingen niet gehaald gaan worden en in plaats van een stapje extra te zetten, dreigen te besluiten dat initiatiefnemers die dat stapje wel willen zetten moeten worden geblokkeerd. Vandaar ook de titel “Na ons de zondvloed”. Dit zou verder gaan dan te lang wachten, dit zou bewust tegen houden van oplossingen betekenen.

Toch Rijp voor besluitvorming
De verwondering werd op het eind van de oordeelvorming nog een stuk groter. Duidelijk was dat de onderzoeksrapporten onder de maat waren en ontoereikend om een goed besluit op te kunnen nemen. Dit werd ook zo door diverse partijen hardop uitgesproken. Toch achtte de meerderheid van de raad dit agendapunt geschikt om een besluit over te nemen in de raadsvergadering. Men wilde dus stemmen over een besluit waarvan de ondergrond duidelijk drassig is en die tegelijkertijd afstand neemt van de groene doelstellingen waar we ons toch echt als raad eerder aan hebben geconformeerd.

PP standpunt
We hebben fors gepleit voor het wél stimuleren van zon op land, voor het wél uitschrijven van een tender voor zonneparken. Immers:

  1. de theoretische potentie van zon op dak zal nooit 100% worden gerealiseerd. Schaduwwerking, daklichten, dakdoorvoeren, onvoldoende sterkte van het dak, ongunstige onderhoudsplanning, onvoldoende capaciteit ed blijken in de praktijk ervoor te zorgen dat slechts 20-30% van de daken echt benut kan worden.
  2. In de berekeningen is meegenomen dat de windmolens in Hagenwind worden vervangen door hogere molens met een hogere opbrengst, van 88 GWh/jr. Dit gebeurt niet, althans niet voor 2034. De huidige jaarlijkse opbrengst is 30 GWh. Er is dus een gat van 58 GWh (58 miljoen kWh).
  3. De berekeningen in het collegevoorstel richten zich op het doel van de RES1.0 in 2030. Aalten heeft echter ook het Akkoord van Groenlo ondertekend met een verdergaande doel. Bovendien moeten we verder kijken dan 2030. De klimaatcrisis duldt geen uitstel!

Daarbij: hét argument van tegenstanders van zonneparken is dat dat niet ten koste mag gaan van landbouwgrond. Soms wordt daar nog het woordje ‘goede’ tussengevoegd. Wat ‘goede’ landbouwgrond is kon echter niemand zeggen, ook de LTO niet. Daarbij: kijk eens naar de cijfers. De gemeente Aalten bestaat voor 80% uit landbouwgrond, ruim 8000 ha. Een eerste tender gaat over 30 ha zonnevelden. Dat is slechts 0,4% van die landbouwgrond, goede en slechte samen. De voedselzekerheid (ook zo’n multi-interpretabele term) komt echt niet in het geding wanneer 0,4% wordt benut voor zonnepanelen. Zeker niet wanneer je agro-PV toepast, een combinatie van PV en landbouw.

Raadsbesluit : een compromis
Uiteindelijk pakte het in de raadsvergadering toch nog goed uit. Er komt weliswaar voorlopig geen tender, maar initiatieven uit de samenleving voor een zonnepark worden wel in behandeling genomen. Als ze voldoen aan de criteria in de UKZW en andere ruimtelijke eisen, dan werkt de gemeente mee aan deze initiatieven. En bij de behandeling van RES2.0, medio volgend jaar, zal opnieuw worden bekeken of tenders voor zonneparken wenselijk zijn.

Onze argumenten en vasthoudendheid hebben dus succes gehad!




Deel deze inhoud

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *