18 december – De soap van CIF begint groteske vormen aan te nemen. Vrijdag kwam de mededeling dat men bij het bepalen van de prijs een paar greppels, bomen en struiken over het hoofd had gezien, zodat de aanlegkosten hoger worden. Hoe hoog dat wist men niet. Er zou maandag een raadsmededeling komen. CDA kon daarop niet wachten en stelde een paar vragen die ook in de raadsmededeling beantwoord worden. Die raadsmededeling geeft aan dat het bedrijf CIF eigenlijk de diverse Colleges in de Achterhoek in het pak genaaid heeft. Ze mochten op de foto, ze mochten een convenant ondertekenen, maar verder is er geen enkele knop waaraan de wethouders kunnen draaien. En dan zegt ons college in de raadsmededeling ook nog dat aanleg en afname van zo’n snelle internetverbinding in het buitengebied een zaak is tussen de consument en het bedrijf. Dat is wel heel makkelijk alle verantwoordelijkheid wegpoetsen! Ook de verhouding met de club ambassadeurs is op een dieptepunt. Nadat er eerder allerlei vage en foute gegevens door de gemeente waren geleverd, de communicatie moeizaam ging, het college geen ondersteuning bood, kwam de mededeling dat eerst nu een marktonderzoek gedaan wordt, als een donderslag bij heldere hemel. Uit hun brief: “Dat neemt niet weg dat wij (bij herhaling) teleurgesteld worden doordat afspraken of gewekte verwachtingen niet worden nagekomen cq ingelost door de gemeente Aalten en het CIF. Topper is toch wel dat wij de afgelopen dagen eerst en enkel door de pers werden geïnformeerd dat er wederom een struikelblok is waargenomen op de weg tot aanleg van het breedband gebeuren. Wij zijn dan ook hoogst verbaasd dat wij vrijdag een telefoontje van het CIF kregen met de vraag te wachten het naar buiten te brengen tot er maandag een officieel bericht van het CIF zou komen.
Ons vertrouwen is langzaamaan zo op de proef gesteld dat wij voornemens zijn geen verdere voorbereidende werkzaamheden uit te voeren welke achteraf overbodig en/of onzinnig blijken te zijn. Onze werkzaamheden hebben wij per direct op non-actief gezet voor zolang er geen redelijke en betrouwbare basis meer aanwezig is bij het uitvoeren van onze werkzaamheden.” Zo dat is duidelijk. Het college en wethouder Nijland kunnen natuurlijk niet blijven zwijgen.