Ruggengraat van een banaan

of: hoe de raad bezweek door tegenstand.

“Voorlopig streep door AZC in Aalten; gemeente wil na protesten nieuwe gesprekken over aantallen en locatie,” kopte de Gelderlander op 27 mei jl. In het artikel wordt verslag gedaan van de behandeling van een motie die is ingediend door CDA, Gemeentebelangen, BBB-HMV en ChristenUnie. De motie werd aangenomen met steun van een meerderheid van de raad – alleen de Progressieve Partij en D66 stemden tegen.

Twee dingen vallen op. Ten eerste, in positieve zin: een meerderheid van de raad heeft zich uitgesproken voor de realisatie van een AZC in de gemeente Aalten. De indieners van de motie spreken zich expliciet uit vóór het helpen van mensen die niet veilig zijn in hun land van herkomst. “We moeten aan onze wettelijke plicht voldoen,” aldus CDA-fractievoorzitter Raimond Smit, die namens de indieners sprak. “Maar laten we het nog eens goed hebben over eventuele locaties, de aantallen en de manier waarop we de mensen opvangen.” De indieners van de motie zijn dus niet tegen de komst van een AZC, maar willen wel meer inspraak hebben in de voorwaarden waaronder dit gerealiseerd gaat worden.

Ten tweede, in negatieve zin: de voorstemmers van de motie lijken te zijn gezwicht voor de felle tegenstand van een kleine, maar zeer luidruchtige, groep. Het CDA, Gemeentebelangen, BBB-HMV en ChristenUnie gaan mee in de hevige emoties van deze groep en hebben hierbij geen oog en oor voor de mensen, voor een deel hun eigen achterban, die zich wel positief hebben uitgelaten. Denk hierbij aan de ingezonden brief van de gezamenlijke kerken in Aalten en de oproep van een docent om eerst na te denken voordat je wat zegt over een AZC. Bovendien moeten we de mensen niet vergeten die zich hebben stilgehouden en niet voor of tegen zijn, maar rustig afwachten hoe het proces verder zal gaan.

De indieners van de motie hebben de verantwoordelijkheid op zich genomen om met een voorstel te komen dat op een breder draagvlak kan rekenen. Hiervoor gaan zij, samen met de voltallige raad, ‘politiek-bestuurlijke kaders en/of voorwaarden’ opstellen. Op basis daarvan moet het college vervolgens met een nieuw voorstel komen.

Pijnlijk.
De motie van CDA, Gemeentebelangen, BBB-HMV en ChristenUnie is om een aantal redenen pijnlijk. De eerste is dat de conclusie van deze partijen dat het voorstel van het college onvoldoende draagvlak heeft, heel erg voorbarig is. Het collegevoorstel is namelijk nog helemaal niet behandeld door de raad. Nog voordat het college de gelegenheid heeft gekregen om het voorstel toe te lichten en vragen te beantwoorden, is het voorstel al afgeschoten, op initiatief van de twee grootste coalitiepartijen, CDA en Gemeentebelangen. Alleen de wethouder van de Progressieve Partij kreeg nog de steun van de eigen fractie.

Ten tweede menen de indieners van de motie dat zij met een nieuw voorstel meer draagvlak kunnen creëren. Maar de harde realiteit is dat de felste tegenstanders van opvang helemaal geen AZC willen – ongeacht locatie, aantallen of vorm. Hun verzet zal niet verdwijnen, wat het voorstel ook wordt. Ze zijn tegen vluchtelingen, punt. Overigens voelt dat voor mij als ‘tegen regen zijn’. Sommige dingen zijn er gewoon, of je het nu leuk vindt of niet.

Er staat deze partijen dus nog een pittige opdracht te wachten. Zeker omdat het college – waarin CDA en Gemeentebelangen zelf drie wethouders leveren – al lange tijd heeft gewerkt aan het oorspronkelijke voorstel. Dat deze partijen nu, terwijl ze al langere tijd op de hoogte waren van de plannen, enkel op basis van geluiden tijdens informatieavonden en protesten, concluderen dat het voorstel te weinig draagvlak heeft, getuigt van weinig vertrouwen in hun eigen bestuur.

In de derde plaats gaan de indieners van de motie mee in twee in mijn ogen oneigenlijke argumenten tegen een AZC. De door inwoners tijdens de informatieavonden geuite zorgen over veiligheid en woningnood in relatie tot een AZC zijn begrijpelijk, maar niet gegrond. Dat jongeren geen woning kunnen vinden, heeft niets te maken met de opvang van mensen in nood. Er moeten meer woningen gebouwd worden, of er nu wel of geen AZC is.

Er wordt intussen hard gewerkt aan oplossingen voor het woningtekort Er zijn inmiddels zoveel woningbouwplannen dat ik me bijna zorgen maak dat we over tien jaar te veel woningen hebben. Maar goed, dat is waarschijnlijk beter dan te weinig. Het duurt alleen een paar jaar voordat die woningen er daadwerkelijk staan. De komst van een AZC verandert daar niets aan.
Voor het AZC worden geen permanente woningen gebouwd. Het gaat hierbij om prefab woningen die snel geplaatst en verplaatst kunnen worden. Na 10 jaar worden deze units weggehaald om plaats te maken voor woningbouw. En ja, op deze locatie kunnen in die 10 jaar geen permanente woningen worden gebouwd – maar dat geldt ook voor elke andere locatie waar een AZC zou komen. En op veel andere plekken kan wél gewoon gebouwd worden en dat gaat ook gebeuren.

Dan de veronderstelde onveiligheid. Ik proefde in sommige reacties een angst voor toename van ernstige misdrijven, zoals zware mishandelingen, verkrachtingen en inbraken. Het zijn echter geen criminelen die er gehuisvest worden, maar mensen zoals u en ik. Er zullen mensen tussen zitten met psychische problemen, maar dat betekent niet dat zij gevaarlijk voor hun omgeving of zorgen voor onveiligheid. Zij zijn niet anders dan andere inwoners van Aalten die met psychische problematiek te kampen hebben. En die ook onze hulp nodig hebben.

Een AZC is in mijn ogen dus niet onveiliger dan een middelbare school waar honderden jongeren samenkomen. Hoe onveilig is dat? Natuurlijk kan er sprake zijn van overlast en zullen er incidenten zijn, maar er kunnen maatregelen worden genomen om dit zoveel te voorkomen. Hierover moet de gemeente met de omwonenden in gesprek en afspraken maken. Bij opvanglocaties van minimaal 300 personen zorgt het COA bovendien voor beveiliging en toezicht. Ook kunnen dan andere voorzieningen worden gerealiseerd voor de bewoners van het AZC, zoals medische zorg en ontspanning.

Tot slot: onder de indieners van de motie zullen ook partijen zijn die hopen dat ‘van uitstel afstel komt’. Zij rekenen erop dat de Spreidingswet alsnog wordt ingetrokken. Minister Faber is daar naar eigen zeggen al een tijd mee bezig. Ik zie dat nog niet zo snel gebeuren. Een wet intrekken betekent namelijk dat er een nieuwe wet moet komen die de oude vervangt of wijzigt. En meer dan een contourennota ligt er nog niet. Op basis van de recente ontwikkelingen is volgens mij de kans groter dat de PVV uit het kabinet stapt dan dat de Spreidingswet wordt ingetrokken.
En zelfs als de Spreidingswet wordt ingetrokken, verdwijnen de vluchtelingen niet. Dan is er misschien geen wettelijke taakstelling meer, maar de morele plicht – of voor sommigen de christelijke naastenliefde – blijft bestaan. Er zijn dan nog steeds mensen die bescherming nodig hebben tegen onveiligheid in hun land van herkomst. Dat zal waarschijnlijk ook nooit veranderen.

Kortom: deze motie lijkt vooral een poging om tijd te winnen. Maar uitstel is geen oplossing. Besturen vraagt om visie én ruggengraat. En juist die ruggengraat lijkt bij sommige partijen verdacht veel op een banaan: buigzaam, zacht en vooral niet bestand tegen druk. Dat is pijnlijk om te constateren – zeker als het gaat om mensen die onze bescherming het hardst nodig hebben. En niet goed voor het vertrouwen in het bestuur.

Petra, 28-5-2025

Deel deze inhoud

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *