10 juni – Naar aanleiding van een column van Rob Berends schreef de fractievoorzitter van de Progressieve Partij de colmunist een “briefje” en kreeg antwoord…“Gisteren was er het fantastische cultuurevenement “Achterhoek Spektakel” in Lievelde. Ik sprak daar een paar Achterhoekse cultuurminnaars en –dragers. Wij verwonderden ons over het slot van je column “Uitvreters”. De oppervlakkige lezer zou daarin een wat laatdunkende opvatting van je kunnen vermoeden. Dat in pakembeet Aalten de plattelandscultuur hoofdzakelijk bestaat uit klepperklumpen en midwinterhoornblazen. Zo’n opvatting doet geen recht aan de werkelijkheid. Er gebeurt ontzettend veel op culturgebied in de Achterhoek: kijk naar Cultuurzomer Achterhoek, Achterhoek Spektakel, DRU-cultuur, Festival van het Papieren Boek in Bredevoort. Er is vernieuwing en experiment en debat : kijk in de vrijplaats voor kunst en cultuur Koppelkerk in Bredevoort; onderga de bandjes-cultuur bij bijv. Schiller in Aalten. En ja, raak ook soms vertederd door Klepperklumpkes die ondanks hun stramme botten en hoge leeftijd iets van een Achterhoeks erfgoed proberen overeind te houden. Net zo als bijv. de mannen van Boh Foi Toch. Dat proberen we hier achter de Iessel allemaal een beetje aan de gang te houden met veel inzet en kleine bedragjes hier en daar. Gemeenten zijn niet scheutig. Randstedelijke arrogantie speelt ons parten. Arnhem lijkt ver weg. Dus helemaal eens met de kern van je stuk: meer cultuurgeld –op basis van kwaliteit- van west naar oost, van stad naar platteland.”
Joop Wikkerink, Bredevoort.
“Ach Joop, ik bedoelde het goed, maar ik had die passage iets anders op moeten schrijven. Je kunt er inderdaad in lezen dat ik denk dat jullie alleen volksdansen, maar de bedoeling was dat idee bij de cultuurbeoordelaars neer te leggen. Ik lees hem zelf wel zo, maar dat komt vast omdat ik hem geschreven heb. Doet niet iets af aan de conclusie dat hoe verder weg je van het machtscentrum zit, hoe minder je krijgt “